De meeste moderne camera’s stellen automatisch scherp: de sluiterknop half indrukken – “beep” en doordrukken voor de foto.
Valt er dan nog wel wat te zeggen over de Auto Focus?
Ja, want de vraag is: waar stelt de camera scherp?
Op je scherm of in je zoeker zie je namelijk wat er op de foto komt en de afstand van object tot camera kan zelfs binnen zo’n foto nogal verschillen. En je camera kan maar op 1 afstand scherp stellen. Dat was al zo toen je met de hand moest scherpstellen en dat is zo gebleven met AF.
Dus welk onderdeel wil je scherp hebben: het gezicht van je fotomodel of de achtergrond? Of allebei?
In de zoeker zie je waar op scherp gesteld wordt. Afhankelijk van de instellingen die je kiest, kan je dat beïnvloeden of niet.
Staat alles op automatisch: dan kiest de camera geheel zelfstandig op welk vlak hij scherpstelt. Sommige zijn daarbij door de fabrikant ingesteld dat ze een voorkeur voor gezichten hebben – soms ook kan je in het menu daarvoor kiezen. Handig bij de meeste vakantie- en familiefoto’s.
Naarmate de mogelijkheden van de camera kan je ook instellen dat je zelf kiest voor het scherpstelvlak. Bijvoorbeeld het middelste vlakje – met optie om die door middel van knopjes op de achterkant te verplaatsen. Dat laatste is belangrijk, want zelden levert het een mooie foto op als je belangrijkste object in het midden staat.
Maar er is meer: de wat meer geavanceerde camera’s vragen je ook te kiezen tussen éénmalig of continu scherpstellen – of de camera kiest automatisch tussen beide opties.
Dat heeft niets te maken met het voorgaande, maar wel gevolgen waarop je camera scherpstelt.
Continu betekent: de camera blijft scherpstellen zolang je de sluiterknop half ingedrukt houdt. Dus geen “beep” en hij heeft gefocust maar hij blijft zoeken en scherpstellen. Handig bij bewegende voorwerpen als spelende kinderen, dieren, race-auto’s etcetera.
Eénmalig betekent: half indrukken – “beep” en de scherpstelling blijft op dezelfde afstand zolang je de sluiterknop half ingedrukt houdt. Handig bij statische onderwerpen; landschap, macro, studio, etcetera.
Waarom niet automatisch? De camera weet niet altijd de juiste instelling te kiezen. Bijvoorbeeld bij een landschap met wat wuivend riet in beeld: de camera denkt dat het een bewegend voorwerp is en blijft focussen. Je hebt dan niet in de hand op welke afstand dan is scherpgesteld op het moment dat je afdrukt.
Volgende blog gaat verder over AF, er valt nog veel meer over te schrijven.