Met de ISO hebben we, samen met diafragma en sluitertijd, de 3 factoren voor de belichting compleet.
ISO regelt de lichtgevoeligheid van de sensor. Hoe hoger de ISO staat, hoe hoger de gevoeligheid. Dat is mooi, want onder wat donkere omstandigheden kan je met een hogere ISO dus een kortere sluitertijd of een kleiner diafragma kiezen. Bijvoorbeeld: binnensport (kortere sluitertijd nodig) groepsfoto of landschap in de schemering (kleiner diafragma voor meer scherptediepte).
Een sensor heeft eigenlijk maar 1 gevoeligheid voor licht, met de ISO verander je niets aan je sensor, maar versterk je het signaal dat de pixels afgeven en wat opgeslagen wordt. Dus: veel licht -> sterk signaal en weinig licht -> zwak signaal -> versterken -> sterk signaal. Daarmee kun je dus, ondanks de slechte lichtomstandigheden toch nog een foto maken.
Ruis wordt dan wel een issue. Wat is ruis eigenlijk? Als we ruis bespreken bij de ISO-instellingen, dan gaat het om pixels die hun werk niet helemaal goed doen. Ze geven een afwijkend signaal af, zodat je op de foto een afwijkend blokje ziet: andere kleur of helemaal donker.
Op een sensor met miljoenen pixels is dat meestal niet erg opvallend. De blokjes (pixels) zie je pas als je op je scherm zeer ver gaat inzoomen. Alleen, bij het hoger instellen van de ISO – dus het versterken van het signaal – wordt de ruis beter zichtbaar. Je versterkt niet alleen de goede signalen, maar ook de ruis. Het signaal van de ruis-pixels wordt niet minder als het licht minder sterk is. Dus als het licht zeer zwak is en je versterkt het signaal (van zowel licht als ruis) dan worden de ruispixels door de versterking beter zichtbaar.
Dit geldt voor alle sensoren in alle digitale camera’s. Maar niet in dezelfde mate. Alle sensoren vertonen ruis, maar of het zichtbaar en hinderlijk is, hangt van veel factoren af:
- Een grotere sensor vertoont pas bij hogere ISO’s ruis vergeleken bij kleinere sensoren
- Moderne sensoren hebben doorgaans minder snel last van ruis
- Ruis is altijd het best zichtbaar in donkere (onderbelichte) gedeeltes.
- De soort fotografie bepaalt ook of ruis hinderlijk is.
- Ruisonderdrukking (in de camera of bij bewerking in de computer)
- Persoonlijke smaak en de manier waarop de fotograaf foto’s bewerkt of bekijkt spelen ook nog een rol
Moderne sensoren kun je soms wel gebruiken tot ISO 6400. Ben je erg kritisch of is je sensor gevoeliger voor ruis, dan zijn ISO 3200 of ISO 1600 wellicht de maximaal bruikbare waarde. Oudere camera’s zijn soms maar tot ISO 800 in te stellen, voor de ruis hinderlijk wordt.
Wat kan je hieraan doen?
- Bepalen hoever jouw sensor kan gaan voordat je ruis ziet.
- Automatische ISO gebruiken? Dan kan je vaak een maximum instellen.
- Zeker niet onderbelichten, liever iets overbelichten.
Dit kan je controleren aan de hand van het histogram (waarover in een volgende blog meer) - ISO zo laag mogelijk, tenzij je een hogere ISO nodig hebt (te weinig licht, te lange sluitertijd of te grote diafragma-opening)
- Accepteren dat je bij inzoomen totdat je blokjes op je computerscherm ziet (aparte pixels) ruis altijd zichtbaar is.
- Experimenteren met de ruisonderdrukking in de camera of in je bewerkingssoftware.
Als je de foto’s in de camera opslaat als RAW-bestand, kun je de ruisonderdrukking op de computer uitvoeren. Bij sommige camera’s heeft dat een beduidend beter resultaat.