Welke instellingen van de AF gebruik ik?

De AF mogelijkheden verschillen van camera tot camera. Aan de ene kant heb je de camera’s die alles automatisch doen en waarbij je niets kunt instellen. En er zijn camera’s waarbij je zoveel mogelijkheden hebt dat het je duizelt. En van alles er tussenin.

Ik schrijf deze blog over de Nikon D7100, om een voorbeeld te geven van een camera met behoorlijk wat mogelijkheden. Wat zijn nu die mogelijkheden en wanneer gebruik je ze?

  1. AF of MF: met een schakelaar op de body (vaak ook op het objectief) schakel ik tussen automatisch en handmatig scherpstellen. Manual focussen gebruik ik bij sommige filters (eerst scherpstellen, dan op MF zetten, filter erop en dan de foto). In sommige macro situaties kan MF handig zijn, en tijdens het ijken van de AF. Verder gebruik ik altijd de AF, mede omdat het matglas van een moderne camera niet heel geschikt is om nauwkeurig scherp te stellen.
  2. AF-S of AF-C: zie de vorige blog; bij statische onderwerpen gebruik ik AF-S, bij bewegende AF-C. De AF-A, waarbij de camera zelf de keuze maakt, heb ik nog nooit aangezet.
  3. Het scherpstelveld: als je de camera niet op “alles auto” zet, dit is het groene blokje, dan heb je de keuze om het scherpstelveldje zelf te selecteren. Dat kan handig zijn als het object dat scherp moet worden niet in het midden zit. Het heeft voor mij persoonlijk ook een nadeel: bij de volgende foto moet je niet vergeten het scherpstelveld aan te passen. De Nikon heeft 51 scherpstelvelden.
  4. 5-, 9- of 21 velds: Dit is een verwarrende optie. Want je stelt altijd scherp met 1 veldje, maar deze opties betekenen dat de camera onder bepaalde omstandigheden binnen het gekozen aantal het veldje zelf kan verschuiven. Dit doet de camera aan de hand van een bewegend object. Heb je wel eens geprobeerd een vliegende vogel te volgen met je camera? Dan zul je gemerkt hebben dat het nauwkeurig gericht houden van het scherpstelveld niet meevalt. En daar helpt de camera dan bij: aan de hand van het half indrukken van de ontspanknop volgt de camera binnen 5, 9 of 21 scherpstelvelden je onderwerp. Ideaal dus. Behalve dan dat dit wel veel rekenkracht van de camera-chip vraagt, en daardoor de AF juist minder snel wordt. Uitproberen dus of dit juist wel of niet helpt. Mijn keuze? 5-velds levert bij mij de meeste scherpe foto’s op.
  5. Ontspanprioriteit: je kunt instellen of de camera alleen bij scherp de foto maakt, of dat de camera wacht met de foto totdat de AF gelukt is. Ik kies voor het laatste, maar eerlijk gezegd merk ik niet zoveel verschil. Je kunt dit zowel bij AF-S als bij AF-C kiezen.
  6. Op mijn camera zit achterop ook nog een knop met de prachtige aanduiding “AE-L/AF-L”. Deze knop kan je gebruiken om dus naar keuze de belichting of de focus vast te zetten, onafhankelijk van de ontspanknop. Ik gebruik hem zelden, maar soms kan het handig zijn om camera te richten op bijvoorbeeld de voorgrond, de belichting daarop vast te zetten, de camera hoger te richten totdat je ziet wat je op de foto wilt, de ontspanknop half in te drukken om scherp te stellen en dan af te drukken. Het resultaat is dan dat de belichting op de voorgrond is afgestemd (de lucht zou dan wel eens te licht kunnen worden), en het scherpstelpunt is onafhankelijk daarvan door jou gekozen.
  7. De AF-ON button: Professionele camera’s hebben aan de achterkant van de body een knop met “AF-ON” erop. Als je die gebruikt betekent dat de camera focust. Dit dus in plaats van half indrukken van de ontspanknop. Ook bij mijn camera kan ik die functie geven aan de “AE-L/AF-L” knop. Het voordeel is dat je razendsnel kunt switchen tussen AF-C en AF-S: Je zet de camera op AF-C, en zolang je de AF-ON button ingedrukt houdt, heb je AF-C. Zodra je loslaat heb je AF-S. Bij de nieuwste versies van Nikon camera’s met een AF-ON button kan je ook nog instellen wat dan half indrukken van de ontspanknop doet. Ik gebruik deze functie niet, om twee redenen: mijn neus zit in de weg, omdat ik met mijn linkeroog door de zoeker kijk, en het maakt de camera lastig om te gebruiken voor anderen. En dat sociale aspect van fotograferen vind ik ook belangrijk. Puur persoonlijke redenen dus.
  8. Sommige tele-objectieven hebben opties om het bereik in te stellen: Elk objectief kan van de minimale scherpstelafstand tot oneindig scherpstellen, maar die objectieven geven de keuze, bijvoorbeeld van 2m – 10m, 10m – oneindig en full range. Handig tegen te lang hunten.

Veel plezier met het ontdekken van je eigen camera en de AF mogelijkheden. Heb je aanvullingen of opmerkingen? Bijvoorbeeld “op mijn Canon heet het anders” of “mijn Sony kan nog veel meer”? Prima, laat het me weten of plaats commentaar hieronder.

FacebooktwitterlinkedinFacebooktwitterlinkedin

FacebooktwitterlinkedinFacebooktwitterlinkedin

About

You may also like...

Comments are closed.